Blog 'Ontreddering': ‘Ze zijn papa aan het reanimeren!’. Hierna een harde gil die hoorbaar wordt vanuit de andere kant van de lijn."

Gepubliceerd op 1 juni 2022 om 17:51

Tijdens mijn werk als ambulanceverpleegkundige heb ik veel reanimaties uitgevoerd. Hoeveel precies weet ik niet, maar het zullen er in de loop van de jaren meer dan 100 zijn geweest. Het uitvoeren van specialistische reanimatie is natuurlijk teamwork en vraagt de nodige deskundigheid van de ambulanceprofessionals. Die deskundigheid hebben de ambulanceprofessionals in Nederland zeer zeker. Ze zijn goed zijn opgeleid om een specialistische reanimatie kundig uit te voeren met een mimimum aantal professionals.

Wat een reanimatie binnen de ambulancezorg in mijn ogen altijd extra bijzonder maakte, en soms ook extra moeilijk, zijn de omgevingsfactoren waarin de reanimatie wordt uitgevoerd. Dit valt bijna niet te trainen of na te bootsen. Het zijn omstandigheden waar je op dat moment mee moet dealen en vaak moet improviseren. Zeker als je aankomt als eerste ambulanceteam en veel handelingen moet uitvoeren met z’n tweeën. Enkele voorbeelden vanuit mijn eigen praktijk zijn:

  • Een reanimatie in de avonduren in de koeienstal. Omringd door dampende uitademingslucht van koeien in een weinig tot geen verlichte stal. Daarnaast zeer onhygiënische omstandigheden en spiegelgladde oppervlakten.
  • Een reanimatie in een feesttent, waarbij het feest (ondanks ons verzoek om tijdelijk te stoppen) doorging en we vanuit onze ooghoeken de mensen de polonaise zagen lopen. Het koste ook erg veel moeite om met de brancard door de mensenmassa heen te komen om uiteindelijk de ambulance te bereiken.

Eke ambulanceprofessional zal ook zijn/haar eigen lijstje met bijzondere ervaringen kunnen opnoemen.  

In dit blog daarom een persoonlijke ervaring van de machteloosheid die je kunt voelen wanneer je niet de begeleiding kunt geven tijdens een reanimatie die je graag zou willen geven. Het betreft één van mijn eerste reanimaties die ik als jonge 25 jarige ambulanceverpleegkundige meemaakte.

 

Vanuit de meldkamer krijgen we een melding van een mogelijke reanimatie van een man van midden 40. De melding is afkomstig van een 14-jarig meisje, de dochter van de man. Dit is één van de eerste reanimaties tijdens mijn werk als ambulanceverpleegkundige. Samen met mijn collega rijden we naar het opgegeven adres. Mijn collega is, net als ik, nog niet zo lang in dienst en onderweg bespreken we kort het plan van aanpak door. Eenmaal aangekomen zien we in de woonkamer een man van middelbare leeftijd liggen. Hij is enorm gestuwd (blauwe verkleuring in hoofd en halsgebied) en ziet er levenloos uit. Mijn collega Hans vraagt via de portofoon om assistentie van een tweede ambulance. Daarna starten we met z’n tweeën de reanimatie op.

 

‘Ze zijn papa aan het reanimeren!’. Hierna een harde gil die hoorbaar wordt vanuit de andere kant van de lijn.

 

Hans geeft de borstcompressies en ik begin met het beademen via een beademingsballon met zuurstof. Tussen de beademingen door probeer ik de materialen klaar te leggen om te kunnen intuberen. Ondertussen zie ik het meisje, die het alarmnummer heeft gebeld, tegenover ons in het midden van een driezitsbank zitten. Ze zegt niets en staart ons aan.  Tijdens het masker ballon beademen hebben we oogcontact en vertel ik haar zo eenvoudig en duidelijk mogelijk dat het hart van haar vader stilstaat en dat we er alles aan doen om het hart weer zelf te laten kloppen. Daarna verleg ik mijn aandacht weer op het beademen en op een poging om een tube in de luchtwegen in te brengen. Het meisje belt ondertussen haar moeder die op het werk is. Wanneer de moeder opneemt hoor ik het meisje roepen: ‘Ze zijn papa aan het reanimeren!’. Hierna hoor ik aan de andere kant van de lijn een harde gil en het meisje begint hard te huilen. Hans en ik kijken elkaar aan en moeten even slikken, dit gaat door merg en been. We zijn maar met z'n tweeën, dus kunnen niet de aandacht geven aan het meisje zoals we dat graag zouden willen doen...

Enkele minuten later krijgen we assistentie van collega's. Ik hoor de (toen nog) drietoon van de sirene langzaam dichterbij komen, tot het moment dat ik het geluid van de zware motor van hun Chevrolet ambulance achter mij op straat hoor brommen. Gelukkig, we krijgen hulp! Met z'n vieren kun je de reanimatie het beste in zijn volle omvang uitvoeren. Niet snel hierna verschijnen twee grote kerels in het kleine woonkamertje van een tussenwoning waarbij de vloer dreunde en de lucht zich voelbaar verplaatste. Hans en ik keken elkaar vol verbazing aan, het leek wel een inval! Na een korte overdracht gaan we met z'n vieren verder met de uitvoering van de reanimatie. De man wordt via een tube beademend, een infuus wordt geplaatst en medicatie wordt gegeven. Nog steeds zijn we erg druk, maar we proberen zo goed als mogelijk het meisje te informeren en op afstand te begeleiden. We besluiten al vrij snel om de man naar het ziekenhuis te vervoeren, hoewel de situatie niet erg hoopvol lijkt. De man reageert onvoldoende op de ingezette behandeling. Wij verplaatsen de man naar de ambulance en vertrekken met spoed naar het ziekenhuis. Het meisje blijft achter bij de ambulancechauffeur van de tweede ambulance. Hij zal de moeilijke taak hebben om het meisje verder proberen te begeleiden tijdens de rit waarbij hij rustig achter ons aankomt naar het ziekenhuis. Daar zal ook haar moeder onderweg naar toe zijn. 

 

De (ongeschreven) regel was dat de patiënt wordt vervoerd door de ambulance die als eerste ter plaatse was. In dit geval waren dat Hans en ik en wij reden in een ambulance die is gebaseerd op een normale Mercedes personenauto. Deze lage ambulances zijn veel comfortabeler dan bestelbusjes wat betreft het rijcomfort, maar misten absoluut de ruimte om goed te kunnen werken in het achter compartiment. Daarnaast lagen veel spullen los, zoals koffers met toebehoren, dekens, spalken, afvalbak met naaldencontainer vanwege het ontbreken van voldoende opbergruimte. Het uitvoeren van de reanimatie in deze ambulance, waarbij de assisterende collega in het achtercompartiment ongeveer 2 meter lang was, bleek enorme inspannende en ARBO onverantwoorde klus. De collega moest met gebogen rug de reanimatie voortzetten in een met spoed rijdende auto en het zweet gutste tijdens de rit van zijn hoofd. Ruimte om te wisselen van plek was er niet. Bij aankomst in het ziekenhuis opende Hans de achterklep, waarbij een drukkende warmte hem tegemoetkwam. De ramen aan de binnenkant waren totaal beslagen en condens liep naar beneden.

 

We brachten de man naar de Spoedeisende Eerste Hulp, waar men de reanimatie nog korte tijd werd voortgezet. Het meisje werd door onze collega van de tweede ambulance ook naar de Spoedeisende Eerste Hulp gebracht. Hier was haar moeder ook al aanwezig. Samen kregen zij hier het nieuws te horen dat al de inspanningen niet waren gelukt en de echtgenoot en vader was overleden...

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.