![](https://primary.jwwb.nl/public/p/g/u/temp-wfxwhnlpbhpbkbalvqen/lazarus.jpg)
Als we aankomen zien we een man levenloos in een moestuin liggen. Samen met een tweede ambulance starten we een reanimatie op. De huisarts van meneer is ook gealarmeerd en volgt enkele minuten na onze aankomst. We proberen door middel van specialistische reanimatie ongeveer 30 minuten lang om het hartritme en circulatie te herstellen. We nemen de beademing over via een in de luchtwegen geplaatste tube, zuigen de luchtwegen uit, dienen medicatie toe via een katheter die in de bloedbaan is geplaatst en defibrilleren meerdere keren. Na ongeveer 15 minuten van veranderende ritmes krijgen we een rechte streep te zien op onze monitor. We gaan nog steeds door met de reanimatie, maar zonder resultaat. Er ontstaat geen eigen circulatie, ondanks alle interventies die we doen. In overleg met de huisarts wordt daarom besloten om de reanimatie te staken. "Ik zal de familie die in het huis aanwezig is informeren", zegt de huisarts. "Oké dokter, wij zullen er voor zorgen dat de familie straks bij hem kan kijken zonder alle medische materialen", zeg ik tegen de huisarts die van ons wegloopt. Samen met mijn collega's verwijderen we de defibrillatiepads, de tube in de luchtwegen, het infuus en ruimen we de materialen die om ons heen liggen op. We zorgen ervoor dat hij "vredig" ligt, daar waar hij gevonden is. Nadat hij door zijn vrouw en broer is gezien zullen we meneer verplaatsen in het huis is het idee.
We besluiten om de reanimatie voor de tweede keer op te starten. Een hele vreemde gewaarwording.
De echtgenote en de broer van de man komen naar buiten en knielen bij hem neer. Zijn vrouw is erg emotioneel en loopt na korte tijd weer naar binnen. De broer blijft bij hem staan en geeft na enkele minuten aan dat hij weer lijkt te ademen. Ik ben met stomheid geslagen, "We hadden toch asystolie (totaal geen elektrische activiteit van het hart, hierbij staat het hart altijd stil) toen we stopten met de reanimatie?", roep ik. Ik kijk en zie inderdaad gasping (lijkt te happen naar lucht als een vis op het droge) bij de man, ik voel naar de halsslagader, en inderdaad: een voelbare pols. "Willem!", roep ik, "waarschuw snel de huisarts en geef aan dat hij direct hier moet komen!" De huisarts komt naar ons toegesneld en ik leg de situatie uit. We twijfelen even heel kort wat te doen, maar besluiten om de reanimatie voor de tweede keer op te starten. Een hele vreemde gewaarwording. Snel de materialen weer uit de ambulance halen en de hele procedure opnieuw opstarten.
Op de monitor zien we inderdaad een hartritme en ook hebben we hierbij een (lage) bloeddruk. Snel maar weer opnieuw intuberen en een infuusnaald prikken. De broer loopt het huis weer binnen om te vertellen dat hij toch nog niet overleden is. Na alle interventies zijn we snel overgegaan tot vervoer van de man naar het ziekenhuis, maar in de ambulance doofde het hartritme weer uit en kreeg de man wederom een hartstilstand. We zijn blijven reanimeren tot aan het ziekenhuis. Ondanks alle inspanningen en emotie is meneer kort na aankomst op de Spoedeisende Eerste Hulp alsnog overleden. Voor de familie een tweede keer afscheid nemen. Bizarre situatie!
Deze casus heeft natuurlijk de nodige impact gehad op mij. Het besluit nemen dat iemand is overleden na een reanimatie gaf nog lange tijd de onzekerheid van..... als het hart maar niet meer gaat kloppen! En gelukkig is ook bij die ene uitzonderlijke keer gebleven. Het effect had hoogstwaarschijnlijk te maken met de medicijnen die we gedurende de reanimatie hebben toegedend. Die medicamenten bereiken het hart redelijk traag waarna ze nog moeten doordringen tot de hartspiercellen. Dit is uiteindelijk gebeurt na het stopzetten van de reanimatie, waarna het hart toch weer is gaan kloppen. In de literatuur wordt het fenomeen van een spontane circulatie krijgen na de dood het 'lazarussyndroom' genoemd. Echter in de medische wereld is het niet vergelijkbaar met het verhaal uit de bijbel waar Lazarus opstaat uit de dood. Het blijft bij een spontane bloedcirculatie waarna de patiënt uiteindelijk toch in alle gevallen alsnog overlijdt. En ook al is het allemaal verklaarbaar, het voelt op dat moment als zeeer onprofessioneel! Dit zal me niet nogmaals overkomen denk ik!
Voor meer inhoudelijke achtergronden over het lazarus fenomeen, lees hieronder.
Het komt voor dat een slachtoffer na het stopzetten van een specialistische reanimatie door het ambulanceteam toch weer (tijdelijk) een spontane circulatie krijgt. In de literatuur wordt het fenomeen van een spontane circulatie krijgen na de dood het 'lazarussyndroom' of ‘lazarusfenomeen’ genoemd. In het Landelijk Protocol Ambulancezorg van vóór 2011 stond beschreven dat bij reanimatie waarbij geen hartritme op de monitor wordt waargenomen (asystolie) of een ritme werd gezien zonder voelbare pols (PEA), na 20 minuten het stopzetten van de reanimatie kon worden overwogen. Door het fenomeen van het toch weer ontstaan van een hartritme met polsslag is het reanimatieprotocol in de loop van de jaren hierop aangepast. Na het staken van de reanimatie (borstcompressies en beademing) dient de patiënt nu te worden gemonitord om herstel van ritme- of circulatie uit te sluiten. Hierbij wordt een tijdsperiode genoemd van 5 minuten. Na deze 5 minuten kan worden vastgesteld dat de patient daadwerkelijk is overleden.
Reactie plaatsen
Reacties