![](https://primary.jwwb.nl/public/p/g/u/temp-wfxwhnlpbhpbkbalvqen/iamsorry.png)
Als ambulanceverpleegkundige heb ik talloze gevallen van zelfmoordpogingen meegemaakt. In bijna alle gevallen zijn we als zorgverleners niet op de hoogte van de redenen achter dergelijke daden, net zoals nabestaanden dat mogelijk ook niet zijn. Is het een impulsieve daad, of is er diepgaand over nagedacht? Dit zijn vragen die ons als ambulancezorgverleners na een dergelijke inzet wel eens bezighouden.
Een voorbeeld van een mogelijke impulsieve daad kwam naar voren tijdens een van mijn diensten. Een man, tijdens een autorit met zijn vrouw, besloot plotseling uit de langzaam rijdende auto te stappen en rende onvoorzien naar een nabijgelegen boerderij. Zijn vrouw stopte de auto, keerde om reed ook naar de boerderij. Ze zag hem de schuur van de boerderij inrennen en zij probeerde hem snel te volgen. Ze gaf (later) aan dat ze hem eerst niet kon vinden in de schuur, maar na korte tijd geluid van hem hoorde op de schuurzolder. Hij was een ladder opgeklommen en had zich aan een ijzerdraad opgehangen.
Toen we aankwamen moesten we deze ladder ook opklimmem om hem te bereiken. De eigenaar van de boerderij was al bij hem en had hem bevrijd van de ijzerdraad om zijn nek. De man had ernstig letsel aan hals en luchtpijp. Met hulp van andere hulpverleners (politie en brandweer) en een tweede ambulanceteam hebben we de man gestabiliseerd en overgebracht naar het ziekenhuis.
Een andere indrukwekkende gebeurtenis betrof een paniekoproep van een vrouw naar het alarmnummer, waarbij ze de centralist van de meldkamer niet duidelijk kon maken wat er aan de hand was. Als ambulanceteam werden wij die kant opgestuurd om te kijken wat er zou kunnen zijn. Ook de politie ging ter plaatse. We kwamen tegelijkertijd met de politie aan bij het huisadres, maar de meldster was niet meer te zien. In overleg besloten we het huis te doorzoeken en via de achterdeur naar binnen te gaan. De agenten keken ondertussen in de schuur die zich vlak achter het woonhuis bevond. De achterdeur stond open en we maaakten onze aanwezigheid met onze stem kenbaar, er volgde geen reactie. Wel hoorden we serene muziek dat redelijk luid opstond. Ik besluit om de hal in te lopen om via de trap boven te gaan kijken. Eenmaal de deur geopend van de hal en de eerste stap gezet loop ik vrijwel direct tegen de onderbenen en schoenen aan van een man die zich door middel van verhanging aan de trapopgang had opgehangen. Het bleek dat zijn benen vanaf de buitenkant door de deels geblindeerde vooruit van de voordeur te zien waren. Later werd duidelijk dat dit ook was wat de meldster moet hebben gezien en wat haar paniekreactie heeft veroorzaakt.
"Bel Irene en zeg sorry..." Onder deze korte boodschap staat het 06-nummer van Irene vermeld.
Na een korte inspectie blijkt dat de man al geruime tijd hangt en reanimatie niet meer zinvol is. We laten de situatie onaangeroerd en maken er een plaats delict van. Dit betekent dat we niets meer aanraken en geen sporen vervuilen. Terwijl ik dezelfde route terugloop als die ik heb genomen, wijst één van de agenten mij op een briefje in de woonkamer waar de muziek vandaan komt. Het briefje bevat slechts de woorden: "Bel Irene en zeg sorry..." Onder deze korte boodschap staat het 06-nummer van Irene vermeld. Met de serene muziek nog steeds op de achtergrond, verlaat ik het huis, waar de harde realiteit de vredige sfeer overschaduwt.
Naam gefingeerd
Reactie plaatsen
Reacties